Hoe ga ik om met leerlingen die moeite hebben met een specifiek blok van IJsbrekers?

Als leerkracht word je elk jaar ongetwijfeld geconfronteerd met heel wat niveauverschillen in jouw klasgroep. Naast de oefeningen in het werkschrift, beschik je met IJsbrekers over een uitgebreid aanbod aan materialen zodat je nog beter kan inspelen op de specifieke noden van elk kind. Zo blijft geen enkele leerling achter.

1 Werk op de juiste laag

Het is belangrijk om bij leerlingen die moeite hebben met de leerstof zoveel mogelijk op concreet niveau (laag 1) of met schematische voorstelling (laag 2) te werken. Dit betekent dat je als leerkracht model staat en hardop verwoordt wat je doet. Deze instructieafhankelijke leerlingen hebben vaak baat bij langer begeleide instructie in kleine groepen. Sterke leerlingen kunnen soms worden ingezet als tutor bij het handelend rekenen. 

 

Zorg ervoor dat de leerling eerst het nodige inzicht verwerft voordat je op het abstracte niveau (laag 4) gaat werken. Met behulp van de observatiefiches op Bingel kan je de didactische laag van een leerling in kaart brengen. Door de lagen in een overzicht aan te geven, kan je ook snel de juiste remediëringsblaadjes op Bingel selecteren.

 

Ontdek de observatiefiches

2 Schrap oefeningen uit het werkschrift

Bij leerlingen die het moeilijk vinden, is het aan te raden om niet alle oefeningen in het werkschrift te laten afwerken. De basismaterialen van IJsbrekers bevatten een aantal tempo- en niveaudifferentiatie die kunnen worden geschrapt.

 

Differentiatie in de basismaterialen

3 Download het remediëringsvoorstel op maat na de toets

Na de toets kan je als leerkracht op Bingel een digitale foutenanalyse invullen. Op basis hiervan kan je een passende remediëringsbundel op maat van de leerling afdrukken, al dan niet met correctiesleutel. 

4 Herhalen, herhalen, herhalen...

Ook door het regelmatig herhalen aan de hand van de “vijf per dag” en “prent het in”, alsook het oefenen met onthoudkaartjes volgens het Leitner-principe, kunnen helpen om bepaalde inhouden (zoals getalfamilies, bewerkingen tot 20 en de maal- en deeltafels) te automatiseren.

 

Daarnaast beschik je met IJsbrekers ook over de Boemerangtaken in Bingel. Deze taken bieden dagelijkse wiskunde-oefeningen die automatisch worden aangepast aan het niveau van de leerling. De Boemerangtaken zorgen voor dagelijkse herhaling en automatisering, waardoor leerlingen hun vaardigheden continu kunnen verbeteren en versterken. 

 

Leerstof herhalen bij IJsbrekers

 

Ontdek de boemerang bij IJsbrekers

5 Werk met de "vlotjes" aan essentiële vaardigheden

Vanaf het vijfde leerjaar kun je bij IJsbrekers voor bepaalde leerlingen het vlotjestraject inzetten. Dit is aangepast oefenmateriaal voor elke basisles ter aanvulling of vervanging van het gewone materiaal. De vlotjes zetten louter in op de essentiële wiskundige vaardigheden en volgen dezelfde nummering als de lessen in het werkschrift.

 

Je vindt de aangepaste handleidingen telkens terug bij de handleidingen op Bingel. In de handleiding geven we bij elke les de eindtermen aan. Voor de vlotjes voegen we eraan toe op welke (delen van de) eindterm je precies moet focussen om een volgende leerstap voor te bereiden.

 

Wanneer gebruik je de vlotjes?

 

De vlotjes worden pas ingeschakeld wanneer een leerling – eventueel  tijdelijk of  voor een bepaald domein – onvoldoende geholpen is met de (remediërings)werkbladen en de suggesties uit de curriculumdifferentiatie.  Wanneer blijkt dat, ondanks alle inspanningen, een leerling toch niet verder geraakt dan het niveau van de vlotjes, dan weet je dat (een) bepaalde eindterm(en) niet werd(en) behaald.

 

De beslissing om een leerling (enkel) met de vlotjes te laten werken, moet dus met enige voorzichtigheid genomen worden. Zo komen bepaalde eindtermgerelateerde leerplandoelen onvoldoende aan bod in het vlotjestraject.

 

Kunnen leerlingen die de vlotjes gebruiken nog steeds een getuigschrift behalen?

 

Een leermiddel bepaalt nooit de beslissing over het al dan niet uitreiken van een getuigschrift. Deze beslissing behoort enkel de klassenraad toe. Het blijft de verantwoordelijkheid van de klassenraad om af te wegen of een leerling de eindtermen voor de verschillende leergebieden in voldoende mate bereikt heeft.

Maak gebruik van de differentiatie in Bingel!